Misschien is het omdat ik hier 9 jaar geleden voor het eerst in aanraking kwam met werken in het buitenland. Of is het omdat ik deze ervaring echt helemaal alleen heb gedaan? Omdat het de plek is waar ik voor het eerst echt op eigen benen moest staan. De Franse Dordogne is een regio waar ik nog vaak aan terugdenk. Een streek die ik zeker nog eens ga bezoeken. Niet alleen vanwege deze ervaring, maar ook om alles wat ze me heeft laten zien. Prachtige natuur, gezellige stadjes en vele kastelen. Dit is waarom iedereen eens een luxe vakantie in de Dordogne moet boeken.
Dordogne of Périgord?
“Bienvenue dans le Périgord!” hoor je wanneer je het luxe vakantiepark op komt rijden. Je vraagt je misschien af of je onderweg hebt zitten dromen en je per ongeluk verkeerd bent gereden. Dit is gelukkig niet het geval. De inwoners van de Dordogne gebruiken graag nog de oude naam van deze streek: de Périgord. Tot aan de Franse revolutie stond de streek onder deze naam bekend en werd zij ingedeeld in 4 vlakken: Pourpre, vert, blanc en noir. Vier kleuren die benadrukken wat er allemaal te ontdekken valt in de Dordogne. Zelf wil ik jullie mee terugnemen naar het bosrijke gedeelte; de Périgord noir. Het toeristische hoogtepunt van de Dordogne.
De Périgord Noir; een bosrijke omgeving
Veel mensen tegenwoordig zeggen dat de Périgord Noir zo heet vanwege de truffels. Hoewel deze hier zeker wel gevonden worden, richt de naam zich meer op de dichte bebossing van de streek. Het ziet er letterlijk zwart van de bomen. En dit merk je eigenlijk altijd. Zodra je je vakantiepark of camping verlaat zit je midden in de natuur. De steile heuvels en de vele kronkelweggetjes maken het dan ook een schitterend gebied om doorheen te fietsen.
Nog leuker: een kano- of kayaktocht over de rivier de Dordogne: zo kom je nog dichter bij de natuur. Vrijwel langs de hele rivier zijn er bedrijven te vinden vanwaar je kunt vertrekken. Het water is in dit gedeelte van de rivier relatief rustig, waardoor je optimaal van de omgeving kunt genieten. Onderweg worden de dikke bossen afgewisseld met schattige dorpjes als les Eyzies of Castelnaud. Zeker Castelnaud is na je tocht nog een extra bezoekje waard. Een schitterend middeleeuws kasteel dat is ingericht tot een levend museum.
Leuke dorpen en steden
Zelf zat ik op een kleine zes kilometer vanaf het dorp Belvès. Op het eerste gezicht een nietszeggend Frans dorpje, zoals er zoveel authentieke Franse dorpjes zijn. Oude huizen met luiken voor de ramen, smalle steegjes om doorheen te slenteren en een marktplein in het centrum. Dit geheel kwam echter tot leven toen ik het plaatsje bezocht voor het middeleeuws festival. Een festival dat trouwens door veel dorpen uit de omgeving wordt georganiseerd. Overal in het dorp wordt je mee terug genomen in de tijd. Er wordt op oude wijze manden gevlochten, hoeven gesmeed en eten bereid. Bovendien wordt er een ridderlijk steekspel gehouden en is er muziek. Een gezellig geheel.
De echte liefhebber van authenticiteit en geschiedenis kan natuurlijk niet om Sarlat heen. Een plaatsje waarvan het gehele centrum autovrij is, waardoor je je makkelijk terug in de tijd waant. En naast alles wat een middeleeuws Frans stadje hoort te hebben (stadsmuur, kerkje en de geroemde steegjes), vind je hier ook vele kleine gildewinkeltjes. Schilderkunst, houten speelgoed, beeldhouwwerk en glasblaaskunst. Combineer dit alles met een schitterend uitzicht over de naastgelegen vallei en de rivier en je wilt er nooit meer weg!
